GD onderzoekt ingezonden leverbiopten van rundvee, schapen, varkens en geiten met ingang van 2016 op dertien in plaats van vijf mineralen- en spoorelementen. Voorheen was dit uitgebreide onderzoek alleen mogelijk voor grotere stukken lever (100 gram of meer) van gestorven dieren. Ter vergelijking: een leverbiopt weegt 150 tot 200 milligram. Het gaat om deze elementen: arseen, cadmium, kobalt, chroom, koper, ijzer, kwik, molybdeen, nikkel, lood, seleen, vanadium en zink.
Het tarief van het leverbioptonderzoek wordt, dankzij een nieuwe bepalingsmethode en ondanks de uitbreiding naar meer mineralen, aangescherpt. |