Grote verschillen in behandeling jonge en oudere vrouwen met eierstokkanker
Er zijn grote verschillen in de behandeling van jongere en oudere vrouwen met een gevorderd stadium van epitheliale eierstokkanker in Nederland. Dat concluderen Melinda Schuurman (IKNL) en collega’s in een studie met behulp van gegevens van ruim 10.000 vrouwen uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2002 en 2013 zijn gediagnosticeerd. In de loop van de tijd lijkt de selectie van oudere patiënten die in aanmerking komen voor curatieve chirurgische behandeling te zijn verbeterd. Daardoor kregen minder patiënten een operatie en steeg het aantal oudere patiënten met neoadjuvante chemotherapie. Volgens de onderzoekers liggen er nog kansen voor verdere verbetering van de zorg voor deze groep patiënten.
Lees verder
|
|
Effect bevolkingsonderzoek darmkanker: meer diagnoses in vroeg stadium
Ruim vier jaar geleden (2014) is in Nederland het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker van start gegaan. In de eerste jaren na introductie van dit screeningsprogramma is de incidentie van dikkedarmkanker duidelijk toegenomen, zo blijkt uit onderzoek van dr. Marloes Elferink (IKNL) en collega’s. Dit effect wordt veroorzaakt door eerdere detectie van dikkedarmkanker. De carcinomen die tijdens de screening zijn gevonden, hebben een gunstigere (lagere) stadiumverdeling, waardoor deze patiënten vaker een minder invasieve behandeling krijgen. De eerste resultaten van het landelijk bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker zijn onlangs gepubliceerd in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde.
Lees verder
|
|
Goed geïnformeerde patiënt kiest vaker voor een directe borstreconstructie
Elke vrouw die geadviseerd wordt over een borstamputatie dient vooraf ook informatie te ontvangen over de mogelijkheid van een directe borstreconstructie naast eventuele, andere behandelopties. Het ontvangen van informatie over een optionele, directe borstreconstructie heeft namelijk een positief effect op het uiteindelijk krijgen van een directe borstreconstructie, zo blijkt uit onderzoek van Kelly de Ligt (IKNL) en collega’s. De onderzoekers stellen tevens vast dat de informatievoorziening over borstreconstructies in de dagelijkse praktijk nog beter kan, omdat patiënten die géén borstreconstructie hebben gehad niet in alle gevallen over deze mogelijkheid waren geïnformeerd.
Lees verder
|
|
Gastroscopie na positieve FIT-uitslag en negatieve coloscopie niet aanbevolen
Het standaard uitvoeren van een gastroscopie wordt niet aanbevolen bij deelnemers aan het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker met een positieve FIT-uitslag en een negatieve coloscopie. Uit onderzoek van Manon van der Vlugt (AMC) en collega’s blijkt namelijk dat minder dan 1% van de personen met een positieve FIT-uitslag binnen drie jaar een orale of upper GI-kanker ontwikkelen. Een routinematige gastroscopie wordt mede ontraden, omdat deze het risico op complicaties mogelijk kan vergroten. Zover bekend is dit de eerste studie, waarin onderzoek is gedaan naar het ontwikkelen van kanker in de mondholte, keel, slokdarm, maag en dunnedarm na deelname aan een screeningsprogramma naar dikkedarmkanker.
Lees verder
|
|
Diagnoseziekenhuis beïnvloedt kans op behandeling slokdarm- & maagkanker
In een recent artikel in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde stellen Margreet van Putten (IKNL) en collega’s dat de besluitvorming rond de behandeling van patiënten met slokdarm- of maagkanker in Nederland vatbaar is voor verbetering gelet op de geconstateerde variatie in diagnostiek en behandeling tussen ziekenhuizen en het effect hiervan op de overleving van deze patiënten. De auteurs pleiten daarom voor invoering van regionale, tumorspecifieke multidisciplinaire overlegteams. Dergelijke teams kunnen mogelijk bijdragen aan betere selectie van patiënten die in aanmerking komen voor een curatieve behandeling.
Lees verder
|
|
Neoadjuvante chemoradiotherapie heeft voorkeur bij cT2N0M0 slokdarmkanker
De klinische stadiëring van patiënten met stadium cT2N0M0 slokdarmkanker is in Nederland zeer onnauwkeurig. Die conclusie trekken Lucas Goense (UMCU) en collega’s op basis van een studie met gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie. Ook stellen zij vast dat patiënten met cT2N0M0 slokdarmkanker die neoadjuvante chemoradiotherapie ontvingen, vaker een radicale resectie kregen en een betere algehele overleving hadden, dan patiënten die uitsluitend een operatie kregen. Zo lang de klinische stadiëring niet significant verbetert, dient neoadjuvante chemoradiotherapie volgens de onderzoekers de voorkeursbehandeling te zijn bij patiënten met stadium cT2N0M0 slokdarmkanker.
Lees verder
|
|
|
Vrouwen met diabetes hebben hoger risico op obesitasgerelateerde kanker
|
Vrouwen met diabetes type 2 lijken een aanzienlijk hoger risico te hebben op het ontwikkelen van kanker gerelateerd aan overgewicht dan mannen. Dat blijkt uit een studie van Dennis Schrijnders (Langerhans, Zwolle) en collega’s gebaseerd op data uit de Nederlandse Kankerregistatie (NKR) en het ZODIAC-cohort (diabetespatiënten). Een opmerkelijke bevinding is dat het risico op kanker bij vrouwen vijf jaar voor de diagnose ‘diabetes type 2’ al verhoogd was. Deze resultaten zouden kunnen impliceren dat het lagere risico op kanker dat vrouwen over het algemeen hebben ten opzichte van mannen verloren lijkt te gaan zodra bij vrouwen type 2 diabetes is gediagnosticeerd. Lees verder
|
|
|
|
Afspraken over eenduidige registratie moet leiden tot betere zorginformatie
|
In het project ‘Zorginformatie Palliatief Oncologische Zorg’ is gewerkt aan het vastleggen van afspraken die bijdragen aan het eenduidig vastleggen van zorginformatie binnen de palliatief-oncologische zorg. Dergelijke afspraken zijn nodig om informatie-uitwisseling tussen verschillende zorginformatiesystemen te realiseren. Bijvoorbeeld tussen een EPD en een huisartsen informatiesysteem (HIS). In een onlangs verschenen artikel geschreven door leden van het projectteam, wordt dit aan de hand van een patiëntcasus nader toegelicht. Het project heeft een gegevensset opgeleverd met afspraken over eenduidige registratie van gegevens in de palliatieve zorg. Lees verder
|
|
|
|
|
Incidentie invasief melanoom sterk toegenomen in Europa tussen 1995-2012
De incidentie van huidmelanomen is in Europa in de periode 1995 - 2012 sterk toegenomen, zowel bij mannen als vrouwen. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan dunnere tumoren. Dat blijkt uit een grote internationale studie, waaraan achttien Europese kankerregistraties deelnamen aangevuld met gegevens van meer dan 117 miljoen mensen. Volgens de onderzoekers tonen de resultaten van deze studie aan dat er in Europa extra preventieve maatregelen nodig zijn om de blootstelling aan uv-straling, met name in de kindertijd, te beperken. Daarnaast is aanvullend onderzoek nodig om vroegtijdige, doelgerichte detectie van agressieve melanomen mogelijk te maken.
Lees verder
|
|
Meten kwaliteit van leven bij gevorderde kanker vergt inzicht in instrumenten
Veel van de bestaande instrumenten waarmee de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) wordt gemeten, zijn tot dusver niet op een adequate manier geëvalueerd. Daardoor is het moeilijk om de kwaliteit en uitkomsten van deze instrumenten in de klinische praktijk onderling te vergelijken. Dat concluderen Janneke van Roij (IKNL) en collega’s. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat zorgprofessionals beschikken over actuele kennis over de kwaliteit van HRQoL-meetinstrumenten, opdat zij bestaande instrumenten, afhankelijk van de situatie, kunnen aanvullen met relevante items over bijvoorbeeld spiritualiteit of voorbereiding op de stervensfase.
Lees verder
|
|
|