Als u deze nieuwsbrief niet kunt lezen, klikt u hier. |
|
|
|
|
|
Aantal meldingen aviaire chlamydiose neemt toe |
Recentelijk is sprake van een aanzienlijke stijging in het aantal meldingen van humane gevallen van psittacose (figuur 1). De oorzaak is nog niet helemaal bekend, omdat er geen direct verband tussen de meldingen kan worden gevonden en omdat de genotypering nog wordt uitgevoerd. Opvallend is dat relatief veel meldingen afkomstig zijn van de Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD’en) Gelderland Midden en Midden Nederland (Tabel 2).
Recentelijk is sprake van een aanzienlijke stijging in het aantal meldingen van humane gavallen van psittacose (figuur 1). De oorzaak is nog niet helemaal bekend, omdat er geen direct verband tussen de meldingen kan worden gevonden en omdat de genotypering nog wordt uitgevoerd. Opvallend is dat relatief veel meldingen afkomstig zijn van de Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD’en) Gelderland Midden en Midden Nederland (Tabel 2).Recentelijk is sprake van een aanzienlijke stijging in het aantal meldingen van humane gavallen van psittacose (figuur 1). De oorzaak is nog niet helemaal bekend, omdat er geen direct verband tussen de meldingen kan worden gevonden en omdat de genotypering nog wordt uitgevoerd. Opvallend is dat relatief veel meldingen afkomstig zijn van de Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD’en) Gelderland Midden en Midden Nederland (Tabel 2).
|
|
Figuur 1. Aantal meldingen van psittacose naar maand en jaar van ontvangst van de melding, 1 januari 2004 t/m 26 mei 2011 (bron RIVM) |
|
|
Tabel 2. GGD regio’s waaruit de melding ontvangen in 2011 afkomstig zijn (bron RIVM) |
GGD
|
Aantal meldingen
|
GGD Amsterdam
|
1
|
GGD Fryslân
|
1
|
GGD Gooi en Vechtstreek
|
1
|
GGD Regio Nijmegen
|
1
|
GGD Regio Twente
|
1
|
GGD Rotterdam Rijnmond
|
1
|
GGD West Brabant
|
1
|
GGD Zuid Limburg
|
1
|
GGD Zuid-Holland Zuid
|
1
|
GGD Brabant Zuid-Oost
|
2
|
GGD Den Haag (AIZ)
|
2
|
GGD Limburg Noord
|
2
|
GGD Rivierenland
|
2
|
GGD Drenthe
|
3
|
GGD Hart voor Brabant
|
3
|
GGD Kennemerland
|
3
|
GGD Gelre-IJssel
|
4
|
GGD IJsselland
|
5
|
GGD Gelderland Midden
|
7
|
GGD Midden Nederland
|
9
|
Totaal
|
51
|
|
|
|
Jaarlijks worden er ongeveer 75 humane patiënten geregistreerd, waarvan meer dan de helft in een ziekenhuis moet worden opgenomen. Psittacose bij de mens is volgens de Wet Publieke Gezondheid meldingsplichtig. Wanneer er een melding bij de GGD binnenkomt, wordt via een enquête of interview met de patiënt gekeken of er een mogelijke bron voor de infectie aangewezen kan worden. Wanneer er vogels als mogelijke bron kunnen worden aangewezen verzoekt de GGD de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) tot het uitvoeren van een bronopsporing.
Het aantal meldingen dat in 2011, tot en met 26 mei 2011, bij de nVWA is binnen gekomen, is ook flink hoger dan in dezelfde periode in 2010. In totaal zijn er 59 meldingen geweest waarvan 31 in opdracht van de GGD’en. In 2010 waren deze getallen respectievelijk 31 en 22. Bij 10 meldingen worden duiven als mogelijke bron genoemd (zowel hobbyduiven als wilde duiven).
Een vogelbesmetting met Chlamydophila psittaci gaat meestal niet met klinische verschijnselen gepaard. Vogels kunnen drager zijn van de bacterie en deze uitscheiden zonder klinische verschijnselen te vertonen. Deze uitscheiding vindt intermitterend plaats en wordt geactiveerd door stressfactoren. Vogels waarbij deze bacterie is aangetoond of die verdacht worden van een besmetting moeten volgens de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) gemeld worden bij de nVWA (telefoon 045-5463188).
Als u als practicus een melding doet, wordt er vervolgens contact met u opgenomen ter afstemming. In principe dienen de verdachte vogels door dierenartsen van de nVWA bemonsterd te worden waarbij cloacaswabs en/of faecesmonsters genomen worden. Deze monsters worden op het Centraal Veterinair Instituut in Lelystad onderzocht met behulp van een PCR waarbij DNA van de bacterie kan worden aangetoond. Bij een positieve uitslag dienen de vogels behandeld worden. In dat geval gaat de nVWA de vogels na voltooiing van de behandeling herbemonsteren. Alleen na een negatieve uitslag worden de vogels “vrij” gegeven. De inzet van de nVWA en het laboratoriumonderzoek zijn voor rekening van de nVWA. Behandelkosten worden niet vergoed.
|
|
|
Vetinf@ct is een gezamenlijke uitgave van CVI, faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, GD, KNMvD en RIVM. Deze nieuwsbrief is speciaal opgezet voor veterinairen en wordt verstuurd op het moment dat er actuele informatie over zoönosen is. |
|
|
|
|
|
|
|