Nederlandse situatie In Nederland zijn recent meerdere volwassen Hyalomma marginatum-teken gevonden; één in de Achterhoek, twee in Drenthe, één in de Flevopolder en één Friesland. Vlak voor de vondsten in Nederland zijn in Duitsland de vondsten van vrouwelijke adulte Hyalomma marginatum gemeld. Het Centrum Monitoring Vectoren (CMV) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft de locaties in de Achterhoek, Drenthe en Flevopolder onderzocht en daar verder geen andere Hyalomma-teken gevonden. Twee andere locatie worden op dit moment onderzocht door het CMV. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat deze tekensoort heeft overwinterd in Nederland. In studies van de faculteit Diergeneeskunde zijn tussen 2006 en 2009 ook al een drietal Hyalomma-teken aangetroffen. De vondsten van dit jaar zijn dus niet zo uitzonderlijk. De media-aandacht voor de reuzenteek heeft wellicht bijgedragen aan een vergrote alertheid onder burgers. In Duitsland is recent een melding gemaakt van een humane patiënt, die was gebeten door een Hyalomma-teek, met vlekkenkoorts veroorzaakt door Rickettsia aeschlimannii.
Levenscyclus van Hyalomma marginatum teken De Nederlandse benaming van deze tekensoort is ‘Middellandse Zee-teek’. Net als de in Nederland veel voorkomende schapenteek (Ixodes ricinus) heeft deze tekensoort drie actieve levensstadia: larve, nimf en volwassen. Larven en nimfen hebben een bloedmaaltijd nodig om te kunnen vervellen naar een volgend levensstadium. Zij voeden vooral op kleine zoogdieren en vogels. Het is bekend dat Hyalomma-larven en -nimfen in het voorjaar met trekvogels meereizen en zo in onder meer Nederland terecht kunnen komen. Ze kunnen van larve tot nimf vervellen op één individuele vogel, waardoor ze tot wel 26 dagen op één vogel aanwezig kunnen zijn. Volgezogen Hyalomma-nimfen laten zich dan op de grond vallen om te vervellen. Onder de juiste klimatologische omstandigheden (o.a. een warm voorjaar) kunnen de nimfen vervellen tot een volwassen teek. Volwassen Hyalomma-teken gaan op zoek naar hoefdieren zoals runderen, reeën en paarden. Vrouwtjes zoeken een hoefdier op voor een bloedmaaltijd en mannetjes om te paren.
Deze tekensoort heeft haar naam te danken aan haar glasheldere (hyalos = glas) ogen, die op de uithoeken van hun schild zijn gepositioneerd. Zij gebruiken hun ogen om te kunnen jagen op hun gastheer. Zij verstoppen zich in de bodem en komen tevoorschijn als er een gastheer in buurt komt. Met de snelheid van een pissebed proberen zij dan op hun gastheer te klimmen voor een bloedmaaltijd. De Nederlandse schapenteek doet dat anders: schapenteken zijn blind, maar kunnen wel goed ruiken. Schapenteken wachten op een grassprietje of in het lage struikgewas op een voorbijganger waar zij zich dan aan vast proberen te klampen.
Risico voor dieren Hyalomma marginatum-teken kunnen vector zijn voor piroplasmose-parasieten bij paarden (Babesia en Theileria) en theileriose bij runderen (Theileria) (tabel 1). Piroplasmose en theileriose zijn niet endemisch in Noordwest-Europa, waardoor het risico voor paarden en runderen om deze parasieten op te lopen in Nederland zeer klein is. In de door het RIVM onderzochte Hyalomma-teek uit Drenthe is geen Babesia en Theileria aangetroffen. De reden dat Hyalomma-teken in Europa tot dusverre meestal op paarden worden aangetroffen is dat paardenhouders hun paarden regelmatig borstelen en inspecteren.
De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en de faculteit Diergeneeskunde (VDMC) hebben laboratoriumdiagnostiek beschikbaar voor deze ziekten en zij kunnen dierenartsen inhoudelijk ondersteunen bij de diagnose van deze infecties bij paarden en runderen.
Het risico voor hond en kat is verwaarloosbaar klein,omdat de Hyalomma-teek geen bekende ziekteverwekkers van honden noch katten overbrengt.
Risico voor mensen In landen waar Hyalomma-teken endemisch voorkomen, worden sporadisch mensen gebeten door deze tekensoort. De Hyalomma-teek kan in gebieden waar het Krim-Congovirus van nature voorkomt, zoals in Azië, Afrika en Zuid(oost)-Europa (Bulgarije, Griekenland, Turkije, Albanië, Servië, Bosnië, Spanje, Kroatië en delen van Rusland), dit virus overdragen naar de mens (tabel 1). In deze regio’s kunnen mensen daardoor Krim-Congo-hemorragische koorts oplopen (officiële benaming: Crimean Congo Hemorragic Fever, CCHF). Mensen kunnen besmet raken met het virus via een beet van de Hyalomma-teek,maar ook via intacte huid en slijmvliezen, zoals door het fijnknijpen van een volgezogen teek, het slachten van vee of het drinken van ongepasteuriseerde melk. De kans om CCHF te krijgen in gebieden waar het virus endemisch voorkomt is klein. In 2016 waren er zes gevallen van CCHF in héél Europa en in 2017 waren dat er twee.
De Hyalomma-teek uit Drenthe is door het RIVM onderzocht en er is géén Krim-Congovirus in aangetroffen. Dat komt overeen met eerdere bevindingen: een vijftigtal Hyalomma-teken die sinds 2012 in Noordwest-Europa zijn aangetroffen en getest, zijn tot nu toe altijd negatief voor het Krim-Congovirus.
In de Hyalomma-teek uit Drenthe is wel Rickettsia aeschlimannii aangetroffen. Een infectie met deze bacterie kan bij de mens gepaard gaan met koorts, hoofdpijn, spierpijn en een karakteristieke huiduitslag. In gebieden waar de Hyalomma-teek van nature voorkomt, is ziekte veroorzaakt door R. aeschlimannii zeer incidenteel beschreven en nu is er een eerste melding in Duitsland. De ziekte, ook wel vlekkenkoorts genoemd, is goed te diagnosticeren en te behandelen met antibiotica.
Surveillance van vectoren in Nederland Het Centrum Monitoring Vectoren houdt de introductie, verspreiding en vestiging van vectoren, zoals teken en steekmuggen, in de gaten door middel van zowel actief speurwerk als door het verzamelen en natrekken van meldingen. Zij bekijkt of ingrijpen wenselijk is en adviseert zo nodig over de mogelijkheden van bestrijding. Het RIVM onderzoekt vectoren op de aanwezigheid van ziekteverwekkers en zorgt dat gezondheidsprofessionals op de hoogte zijn van de ziekteverwekkers en de beschikbare diagnostiek. De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), WBVR en de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht doen dat voor dierziekten. Het RIVM informeert GGD’en, burgers en (dieren)artsen over mogelijke gezondheidsrisico’s en welke maatregelen zij kunnen nemen. Deze zomer doet de faculteit Diergeneeskunde samen met het RIVM onderzoek naar het voorkomen van tekensoorten op Nederlandse paarden.
Afbeelding 1. Volgezogen vrouwelijke Hyalomma-teek op een rund (Bron: Zati Vatansever, Kafkas University)
Wat kunnen dierenartsen doen? Het RIVM en GGD hebben in juli een nieuwsbericht aan paardenhouders gestuurd over het mogelijk aanwezig zijn van Hyalomma-teken bij paarden en het belang om paarden goed te controleren. Daarbij is het advies gegeven indien teken worden gevonden, deze met een pincet of tekentang te verwijderen.
Dierenartsen wordt gevraagd om melding te doen bij het CMV indien Hyalomma-teken worden aangetroffen bij dieren (paarden, runderen, honden, katten etc).
Het melden van Nederlandse vondsten kan via de website van de NVWA. (Dieren-)artsen kunnen ook duidelijke foto’s mailen naar cmv@minlnv.nl of eerst contact opnemen om materiaal toe te sturen voor identificatie.
Hoe is een Hyalomma-teek te herkennen? Het meest typische kenmerk van Hyalomma-teken zijn de gestreepte pootjes (afbeelding 2). Geen enkele andere in Nederland aangetroffen tekensoort heeft roodbruine poten die zo duidelijk gebandeerd zijn met lichtere zones rond de gewrichten. Hyalomma-teken zijn groter dan de schapenteek, die goed is voor meer dan 99 procent van alle tekenvondsten op mensen en dieren in Nederland (afbeelding 3 en afbeelding 4). De vlekkenteek (Dermacentor reticulatus), die vooral in de kustprovincies en in Noord-Brabant voorkomt, is eenvoudig te herkennen aan de lichte geglazuurde vlekken op het schild (afbeelding 5). Hyalomma marginatum-teken hebben geen gevlekt schild. Tot slot is bij levende, niet vastgezogen teken, ook de betrekkelijk hoge loopsnelheid opvallend.
Afbeelding 2. Vrouwelijke Hyalomma marginatus (Bron: RIVM)
Afbeelding 3. Verschillende stadia van Ixodes ricinus (bron: RIVM)
Afbeelding 4. De groottes van Hyalomma en Ixodes ricinus
Afbeelding 5. Adulte Dermacentor reticulatus (Bron: RIVM)
Zie tabel 1 voor een overzicht van de eigenschappen van de schapenteek (Ixodes ricinus), de vlekkenteek (Dermacentor reticulatus) en de Middellandse Zee-teek (Hyalomma marginatum).
Tabel 1. Overzicht van de schapenteek, de vlekkenteek en de Middellandse Zee teek
|
Schapenteek |
Vlekkenteek |
Middellandse Zee-teek |
Latijnse naam |
Ixodes ricinus |
Dermacentor reticulatus |
Hyalomma marginatum |
Voorkomen |
Heel Nederland |
Op enkele plaatsen, vooral in de kustprovincies en in Noord-Brabant |
Sporadisch in Nederland
|
Belangrijkste humane infectieziekten |
Ziekte van Lyme Teken-encefalitis
|
Teken-lymfadenopathie |
Krim-Congo-hemorragische koorts Vlekkenkoorts |
Belangrijkste dierlijke infectieziekten |
Babesiose Anaplasmose |
Babesiose |
Babesiose Theileriose |
Belangrijkste humane infectieziekteverwekkers |
Borrelia burgdorferi Tekenencefalitis virus
|
Rickettsia raoultii |
Krim-Congo- virus Rickettsia aeschlimannii
|
Belangrijkste veterinaire infectieziekteverwekkers |
A. phagocytophilum Babesia divergens
|
Babesia canis |
Babesia caballi Theileria equi/T.annulata
|
|