Recent is in Nederland bij gehouden laplanduilen en wilde, levende en dode merels het Usutuvirus vastgesteld.
Als u deze nieuwsbrief niet kunt lezen, klikt u hier. |
|
|
|
Usutuvirus bij vogels in Nederland
|
Recent is in Nederland bij gehouden laplanduilen (Strix nebulosa) en wilde, levende en dode merels (Turdus merula) het Usutuvirus (USUV) vastgesteld. Dit is de eerste keer dat het vóórkomen van dit virus in Nederland is aangetoond. USUV is een arbovirus dat bij vogels voorkomt en zeer sporadisch mensen infecteert. |
|
|
|
|
|
|
Onderzoek |
In maart 2016 zijn de afdeling Viroscience van Erasmus MC en het Vogeltrekstation (NIOO-KNAW) gestart met een pilotonderzoek waarin trek- en standvogels die in het kader van vogelringprojecten gevangen worden, bemonsterd worden om te kijken naar het vóórkomen van virussen met zoönotisch potentieel. Recent is bij twee van de in totaal 32 bemonsterde levende, ogenschijnlijk gezonde merels USUV vastgesteld, hetgeen duidt op de aanwezigheid van dit virus in merels in Nederland.
Eind augustus – begin september 2016 zijn bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) een meer dan gebruikelijk aantal meldingen binnengekomen van ziekte en sterfte onder merels in Nederland. Deze verhoogde sterfte werd voornamelijk waargenomen in enkele gebieden in Noord-Brabant, Gelderland en Limburg. Ook zijn gehouden laplanduilen gestorven, waarvan een aantal vogels bij het Veterinair Pathologisch Diagnostisch Centrum (VPDC) van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht zijn onderzocht. Monsters van zowel de merels als de laplanduilen zijn naar het Erasmus MC gestuurd voor onderzoek naar het Usutuvirus. Het is bekend dat dit virus verhoogde sterfte bij zangvogels en uilen kan veroorzaken. Voor pluimvee is het virus laag pathogeen. Over de pathogeniteit bij andere vogelsoorten is niets bekend. Bovendien is onlangs in Noordrijn-Westfalen, aan de grens met Nederland, het Usutuvirus vastgesteld. In België is ook een verhoogde sterfte onder merels gemeld.
|
|
|
Achtergrond |
USUV is een door steekmuggen overgedragen virus uit het genus Flavivirus in familie Flaviviridae, dat oorspronkelijk afkomstig is uit Afrika. Het virus is afgelopen decennia herhaaldelijk in Europa aangetroffen bij vogels, waarbij verondersteld wordt dat trekvogels een rol spelen bij de verspreiding van het virus over grote afstanden. Aanwezigheid van USUV is vastgesteld in grote delen van Midden- en Zuid-Europa. Het genus Flavivirus kent een aantal virussen met risico voor de volksgezondheid, zoals dengue virus, Japanse encephalitisvirus, West-Nijlvirus (WNV), zikavirus en tekenencefalitisvirus (TBEV). Van deze verwante virussen is alleen TBEV recent in Nederland aangetroffen. USUV heeft net als WNV een levenscyclus waarbij vogels het reservoir vormen en steekmuggen, voornamelijk uit het geslacht Culex, als vector dienen. USUV veroorzaakt sterfte bij zangvogels en uilen. Hoewel deze ordes een groot aantal soorten vogels omvatten, beschrijft de literatuur van USUV-uitbraken vooral uitgebreide sterfte bij merels, huismussen (Passer domesticus) en laplanduilen.
|
|
|
Symptomen bij dieren |
Bij een besmetting met het Usutuvirus bestaan de symptomen bij gevoelige vogels uit: algehele malaise, sloomheid, koorts, ‘bol’ zitten, meer drinken, naar adem happen, spierzwakte (bijv. niet opvliegen), en laten hangen van de vleugels. Welke symptomen een vogel vertoont, hangt af van welk orgaan is aangetast (hart, hersenen, perifere zenuwen). Omdat dit beeld ook past bij andere ziekten, kan op basis van de ziekteverschijnselen geen uitspraak worden gedaan of de vogel besmet is met het Usutuvirus of dat het om een andere ziekte gaat.
Er is geen aanwijzing uit andere landen dat andere zoogdiersoorten ziek worden. Bij honden zijn wel afweerstoffen gevonden.
|
|
|
Overdracht naar de mens |
De kans dat mensen na een muggenbeet ziek worden door USUV is erg klein. Ondanks grote uitbraken onder vogels, zijn in de afgelopen jaren in Europa maar vijf humane gevallen van USUV-infectie beschreven. Zij ontwikkelden symptomen als koorts, hoofdpijn, huiduitslag, geelzucht, meningitis, meningo-encefalitis, hyperrelexie en handtrillingen. Drie van deze patiënten waren immuun-gecompromitteerd. Daarnaast laat de aanwezigheid van USUV-specifieke antistoffen in donorbloed zien dat humane infecties ook asymptomatisch kunnen verlopen.
Zie ook: website RIVM.
|
|
|
Maatregelen |
Wilde vogels: DWHC, Erasmus MC, Sovon, Vogeltrekstation en VPDC, werken nauw samen om ongewone sterfte en de aanwezigheid van ziektes bij vogels snel in beeld te kunnen brengen. Om de verspreiding van dit virus goed te kunnen volgen, is het belangrijk zieke en dode wilde vogels te melden bij Sovon of DWHC. Vogelringers aangesloten bij het Vogeltrekstation nemen de komende weken extra monsters van gevangen merels om de verspreiding van het Usutuvirus te kunnen vaststellen. De maatregelen voor het hanteren van (dode) vogels veranderen niet (zie https://www.dwhc.nl/vragen/). Hiervoor gelden de normale hygiënische maatregelen.
Voor gehouden vogelsoorten kunnen preventieve maatregelen genomen worden. Door het gebruik van muggennetten, klamboes en horren kan voor vogels de blootstelling aan besmette muggen worden teruggedrongen. Vermijd stilstaand water, hierin kunnen muggen hun eitjes leggen.
Een vaccin is vooralsnog niet beschikbaar en er zijn geen specifieke medicijnen beschikbaar.
|
|
|
Vetinf@ct is een gezamenlijke uitgave van CVI, faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, GD, KNMvD, RIVM en de NVWA. Deze nieuwsbrief is speciaal opgezet voor veterinairen en wordt verstuurd op het moment dat er actuele informatie over zoönosen is. |
|
|
|
|
|
|
|